De Straatzangeres
In de operette De Straatzangeres raakt de vicekoning van Peru, Don Andres, halsoverkop verliefd op de jonge straatzangeres Pericholli. Zij is echter al verliefd op de arme straatzanger Piquillo. Om haar toch voor zich te winnen, bedenkt de onderkoning een slinks plan. Hij laat zijn twee rechterhanden, de heren Panatellas en Hinoyosa, Pericholli dronken voeren en laat haar met de eerste de beste armoedzaaier in het huwelijk treden. Er mogen immers alleen getrouwde vrouwen in zijn paleis wonen! Als de dronken schooier met wie Pericholli getrouwd is Piquillo blijkt te zijn, die nu zijn vrouw als maîtresse aan Don Andres zal moeten afstaan, slaat de vlam in de pan. Een drietal vinnige café-eigenaressen, een hof vol roddelende dames, twee bezopen notarissen, een flamboyante hoveling en een mysterieuze oude gevangene maken het verhaal af.
De Straatzangeres (originele titel: La Périchole) werd in 1868 gecomponeerd door Jacques Offenbach met een Frans libretto van Henri Meilhac en Ludovic Halévy. Carmina Ludicra speelde deze operette in een Nederlandse vertaling van Joop Fransen, Uitgeverij Partitura.